OMAR SOSA & SECKOU KEITA - SUBA

Artiest info
OMAR SOSA
SECKOU KEITA
Label: Bendigedig
distr.: Music & Words

Een viertal jaar geleden ontbrak het de volledige muziekpers aan voldoende superlatieven om “Transparent Water” te omschrijven. Dat was toen de eerste samenwerking op plaat van de Cubaanse meester-pianist Omar Sosa en zijn Senegalese collega koraspeler Seckou Keita. Overal zag je termen als “kristalhelder” en “klaterend” opduiken, waarmee gedoeld werd op de verrassende, doorzichtige klank van de muziek, die de titel van de plaat helemaal eer aandeed. Vandaag is er de tweede plaat van het ervaren duo, dat elkaar nu helemaal gevonden blijkt te hebben. De titel, “Suba”, betekent zoveel als “de ochtend” in het Malinké, de moedertaal van Seckou Keita en dat is bij uitstek een term die, volgens het duo, van toepassing is op het moment dat we vandaag beleven, nu we met z’n allen wakker worden uit de gedwongen winterslaap die de recente pandemie is geweest voor velen van ons en voor artiesten in het bijzonder.

Op een donkere, lange nacht, een tijd van langdurige duisternis, volgt hopelijk en wellicht een glorieuze zonsopgang. We kennen het allemaal, dat moment van ochtendlijke koelte, dat ons helemaal opfrist en ons mogelijkheden biedt om de energie, die we halen uit een verkwikkende slaap, in activiteit om te zetten en “er met frisse moed tegenaan te gaan”. Dat gevoel wilden de uzikanten oproepen met deze plaat, die helemaal in pandemie-omstandigheden tot stand is gekomen. Hoewel de muzikanten niet samen konden schrijven aan de songs, is de nieuwe plaat toch helemaal een hymne aan de hoop geworden. Voor beide veelgelauwerde heren, biedt de pandemie de mensheid de kans om alle borden schoon te vegen en helemaal komaf te maken met de soms eeuwenoude tegenstellingen, die de mensheid verhinderen helemaal op te gaan in een streven naar wereldvrede en harmonie. Dat laatste is bij uitstek een element dat beide muzikanten bindt: hoewel hun beider afkomst door een hele oceaan van elkaar gescheiden wordt, hebben ze toch, door hun link met Afrika een gemeenschappelijke basis, die ze, naar eigen zeggen, meteen herkenden, toe ze elkaar voor he eerst ontmoetten, nu bijna tien jaar geleden: ze merkten onmiddellijk dat ze met elkaar vrijuit konden samenspelen en samenwerken, zonder hun eigenheid te verliezen.

Het spreekt daarbij haast voor zich dat gekozen wordt voor een heel sobere aanpak, een “less is more” minimalisme, wat des te merkwaardiger is, als je ziet welke talenten mee aan boord gehesen werden: vaste percussionist Gustavo Ovalles, cellist Jacques Morelenbaum, fluitist Dramane Dembelé en elektronica-man Steve Argüelles. Voorwaar een club waarmee je naar buiten kunt komen en waarmee je, als je niet oplet, flink wat decibels zou kunnen ontwikkelen. Dat is een vast waar niet in getrapt wordt: de hele plaat ademt rust uit en bezinning: hier zijn mensen aan het werk, die erg diep nagedacht hebben over Het Leven en over wat de pandemie allemaal betekend kan en zal hebben voor de mens. Vriendschap, samenhang, verbondenheid tijdens de reis, die het leven is, hoop, optimisme en zin om te dansen. Aansluitend bij hun vorige plaat, zie je ook het thema “water” terugkeren: zonder dat bijzondere element, is er geen leven mogelijk.

De manier waarop één en ander vorm krijgt, is nergens minder dan indrukwekkend: de piano en de kora wervelen om elkaar heen zonder elkaar in de verdrukking te spelen, waar Keita zingt, gaat zijn stem haast helemaal op in het ragfijne pianospel en de bijdragen van percussie, cello en fluit, worden haarfijn in de soepele composities ingepast, zoals prachtig blijkt uit “Voices on the Sea”, waarin de reis vertolkt wordt van de talloze mensen, die via de zeeën op zoek gaan naar een beter bestaan. Dit is opnieuw een prachtige plaat van een indrukwekkend ensemble!

(Dani Heyvaert)